Arameeërs
Oorsprong
Arameeërs zijn inheemse bewoners van het vroegere Mesopotamië dat overeenkomt met het huidige Syrië, Zuid-Turkije, Libanon en delen van Irak en Jordanië. Ze leven al duizenden jaren in het Midden-Oosten. Het Aramese volk stamt af van Aram (geboren circa 2.200 v.Chr), dat was de zoon van Shem en kleinzoon van Noah. In de Bijbel worden Arameeërs 64 keer vermeld. Zelfs de aartsvader Abraham was een Arameeër (Deuteronomium 26:5).
Koninkrijken
Het leefgebied van Arameeërs werd Aram genoemd. Zo lezen we in de Bijbel dat de aartsvader Jacob naar zijn familie in Paddan-Aram vertrok waar hij jarenlang verbleef en later trouwde met de dochters van de Arameeër Laban (Genesis 28:2, 25:20 & 29:28). Paddan-Aram betekent letterlijk de vlakte van Aram. Het ligt in het gebied rondom Haran in het noorden van Mesopotamië, tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris, in het grensgebied van het huidige Turkije en Syrië. Vanaf ongeveer 1200 voor Christus stichtten Arameeërs diverse stadstaten en koninkrijken zoals Bit Matiatu (Tur Abdin/Turkije), Bit Gabbari (Gazintep/Turkije), Bit Zamani (Diyarbakir/Turkije), Bit Bahani (Tell Halaf/Syrië), Aram-Damascus (Damascus/Syrië), Bit Agusi (Arpad/Syrië), Hamath (Hama / Syrië) en Beth Adini (Tell Ahmar/Syrië) . De laatste onafhankelijke Aramese koninkrijken (Osroene & Palmyra) werden in de tweede en derde eeuw na Christus ingelijfd door het Romeinse Rijk. Desondanks bleven Arameeërs een belangrijke bijdrage leveren aan de religieuze en culturele ontwikkeling in het Midden-Oosten, deels door de duizenden christelijke boeken die geschreven werden in het Aramees.
Christendom
De Arameeërs behoren tot de eerste volken die tot het christendom bekeerden.
Een belangrijke aanleiding hiervoor was toen de Aramese koning Abgar Ukkomo van Edessa/Osroene, door Jezus Christus werd genezen van een ongeneeslijke ziekte. Het Aramese volk was getuige van deze grote wonderbaarlijke gebeurtenis en besloten vervolgens het pad van onze Heer Jezus Christus te volgen. In het jaar 37 n.Chr. hadden de Arameeërs de Syrisch-Orthodoxe kerk van Antiochië gesticht, onder leiding van Apostel Petrus, die de eerste Patriarch van de kerk was geworden.
Al op de eerste Pinksterdag bevonden zich “inwoners van Mesopotamië” (Hand. 2:9) te Jeruzalem.
Niet lang hierna ontstond er in Antiochië, de hoofdstad van de toenmalige Romeinse provincie Syrië (`Aram` in het Aramees en Hebreeuws) en thans een onopvallende stad in Turkije, een vitaal missiecentrum alwaar de volgelingen van Jezus voor het eerst “christenen” werden genoemd (Hand. 11:19-30).
De Arameeërs van Mesopotamië hebben een roemrijke geschiedenis die tot nog toe onbekend is gebleven. De Arameeërs waren de eerste heidenen die het Christendom hebben aanvaard en samen met de bekeerde Joden en de Apostelen van Jezus Christus werd de Syrische kerk van Antiochië opgericht. En in Antiochië werden de volgelingen van Christus voor het eerst Christenen genoemd (Handelingen 11: 26, 11:27-29).
De kerk van Antiochië heeft het fakkel van het evangelie aan diverse volkeren doorgegeven. In Antiochië werden de zendingsreizen van Paulus georganiseerd (Handelingen 13:1-3, 14:26).
Taal & geschrift
De Arameeërs spreken Aramees, de taal dat vroeger ook door Jezus Christus en Zijn Apostelen werd gesproken. Het is momenteel één van oudste talen in de wereld, die al meer dan 3.000 jaar nog steeds gesproken én geschreven wordt. Het Aramees was voor een periode van ongeveer 1500 jaar de lingua franca in de wereld. Je kunt het vergelijken met het Engelse wereldtaal van vandaag. Daarnaast was het de taal van de grootste dichters en geleerden van de middeleeuwen. Voorbeelden hiervan zijn Mor Jacob van Sarug en Michael de Grote, die de grootste middeleeuws kroniek op hun naam hebben staan.
De rijke beschavingen van het voorchristelijke Mesopotamië en van de Arabische wereld zijn welbekend. Daartussen bestaat er nochtans een veelvuldig vergeten tijdperk van bijna 1500 jaar, waarin de Arameeërs en hun Aramese taal een prominente rol hebben gespeeld in wat nu wordt gezien als het “Arabisch-Islamitische Midden-Oosten”.
Rond het jaar 700 v.Chr. was het Aramees uitgegroeid tot een internationale taal. Kort voor het Perzische Rijk (539-331 v.Chr.) werd het de officiële taal van het rijk en was het Aramees gebruikt van Iran tot de Middellandse Zee en verder naar beneden richting Zuid-Egypte, waar deze Semitische taal door lokale Aramese en Joodse gemeenschappen werd gebruikt. Nadat Alexander de Grote in 331 v.Chr. de Perzen had verslagen, bleef het Aramees voortbestaan. Tussen de eerste eeuw v.Chr. en de derde eeuw n.Chr. ontstonden er wederom zelfstandige Aramese rijkjes in deze regio die ieder hun eigen lokale Aramese schriftsoort kenden, zoals Palmyra, Petra en Hatra.
Vooral bekend als baken van het vroegere Aramese christendom was Osroene (132 v.Chr.- 244 n.Chr.), met Edessa als hoofdstad. In de vroegchristelijke periode werd het Aramees nog volop gebruikt door vele verschillende volkeren. Het Aramese alfabet was met zijn 22 letters makkelijk om te leren. Behalve door de Arameeërs was het ook reeds lang eigen gemaakt door de Joden. Het Joodse “kwadraatschrift”, dat ook in het huidige Israël als standaardschrift geldt, is feitelijk een Aramees alfabet dat in circa 250 v.Chr. werd overgenomen.
Het Aramees is algemeen bekend geraakt door het Oude en Nieuwe Testament, de kostbare boekrollen die zijn gevonden aan de Dode Zee in Israël en de Joodse literatuur als de Misjna en de Talmud. Uiteraard heef het Aramees zijn faam vooral te danken aan het feit dat ook Jezus Christus en de eerste Apostelen in deze Semitische taal spraken, schreven, onderwezen en predikten.
Door de toenemende Arabisering en Islamisering van het Midden-Oosten vanaf de zevende eeuw was het Aramees tot voor kort nog enkel terug te vinden in een handjevol enclaves in het Midden-Oosten, zoals in de Tur Abdin regio in Zuidoost-Turkije. Nochtans blijft de bedreigde Aramese taal een van de weinige talen in de wereld die al ruim 3000 jaar onafgebroken wordt gesproken en geschreven- van rechts naar links, evenals zijn Hebreeuwse en Arabische zustertalen.
Benaming Syrisch/Syriërs
De termen Syriërs (Suryoye) en Arameeërs worden vaak als synoniemen gebruikt . In de NBG Bijbelvertaling spreekt men van de Arameeërs, in de Statenvertaling van Syriërs. Verwarring begon te ontstaan na de oprichting van de moderne Arabische staat Syrië (1946). Tot ongeveer 70 jaar geleden was de term Syriërs louter bestemd voor Arameeërs. De term Syriër is eigenlijk de Griekse term voor Arameeërs . Zo lezen we in het Nieuwe Testament dat in het Grieks is geschreven onze Heer Jezus Christus spreken over “Naäman de Syriër” (Lukas 4:27), terwijl in het Oude Testament gesproken wordt over de Arameeër Naäman, de bevelhebber van het Aramese leger (2 Koningen 5).
Grofweg vanaf de 5e eeuw begonnen Christelijke Arameeërs de Griekse term Syriërs over te nemen als volksbenaming om zich te onderscheiden van de heidense Arameeërs (die niet bekeerd waren tot Christenen). Zo lezen we hoe de kerkvader Jacob van Sarug die in de 5e en 6 eeuw leefde beide termen gebruikt. Zo noemt hij de kerkvader Mor Ephrem “de kroon van alle Arameeërs” en “de grote redenaar onder de Syriërs” . Het Nederlandse woord ‘Syrisch’ betreft dus twee onderscheidende zaken: de ene, het (christelijk) Aramese – erfgoed dat verder reikt dan het land Syrië, én de andere, alles wat met het land Syrië te maken heeft.
Aramese Genocide
Het Turkse, Koerdische en Arabische nationalisme speelt een grote rol in het drastisch afnemen van Arameeërs uit hun bakermat. Een nog groter dieptepunt, dat onoverkomelijke verwoestingen heeft aangericht op de Aramese gemeenschap, was de Christelijke Genocide in het Ottomaanse Rijk gedurende de Eerste Wereldoorlog; in totaal werden er naar schatting 600.000 Arameeërs uitgemoord. Dat waren toen meer dan 70% van de Arameeërs die in het huidige Turkije woonden vermoord . De christenen, waaronder Arameeërs, vormden ongeveer 20% van de bevolking. Anno 2021 is in Turkije minder dan 1% van de bevolking christen. Sinds de Aramese Genocide van 1915 zijn veel Arameeërs gevlucht uit hun thuisland naar een meer veilig en beter leven in het Westen.
In Turkije werden sinds 1923 de Arameeërs verplicht een Turkse achternaam te dragen; de Aramese namen van steden en dorpen werden veranderd naar Turkse namen. Grote Aramese diaspora-gemeenschappen zijn te vinden in Duitsland, Zweden, de Verenigde Staten en Australië. De grootste Aramese gemeenschappen in Europa zijn te vinden in Södertälje, Gütersloh, Gießen, en Enschede.
Arameeërs in Nederland
In 1965 kwam de eerste Arameeër (Hanna Kulhan/Hengelo) als gastarbeider naar Nederland. Na 1975 kwamen veel Arameeërs massaal naar Nederland toe als politieke vluchtelingen, wegens oplopende spanningen tussen de Turkse overheid en de Koerdische PKK in de Aramese regio Tur Abdin. De Aramese christenen hadden hulp nodig bij de asielprocedures, en wilden ondersteuning bij de integratie in de Nederlandse samenleving met behoud van de eigen identiteit, taal en cultuur. Daartoe werden Aramese verenigingen opgericht; de eerste was Platform Aram te Enschede in 1981. Vervolgens werden er ook Aramese verenigingen opgericht in Rijssen, Oldenzaal en Hengelo. Deze vier verenigingen worden op landelijk niveau vertegenwoordigd door de Suryoye Aramese Federatie Nederland (SAFN). Deze organisatie is aangesloten bij de internationale koepel World Council of Arameans (Syriacs). Er leven momenteel ongeveer 30.000 Arameeërs in Nederland.
Cultuur
De Arameeërs zijn een trots volk en houden over het algemeen sterk vast aan hun tradities en cultuur van eer en respect, wat deels te maken heeft met hun verantwoordelijkheidsgevoel jegens de ander. De Aramese gemeenschap in Nederland wordt vaak omschreven als een gesloten maar goed georganiseerde minderheid. Zij hebben culturele en sociale verenigingen in de plaatsen waar ze zijn gevestigd. De uit Turkije en Syrië gevluchte Arameeërs leven enigszins gesegregeerd in Twente, maar ook in de omgeving van Amsterdam. De aanwezigheid van familie en kerken, waren belangrijke vestigingsfactoren.
Religie
De Arameeërs zijn een overwegend christelijk volk, waarvan de meesten in Nederland behoren tot de Syrisch-Orthodoxe Kerk van Antiochië. Nederland telt 1 Syrisch-Katholieke Kerk en 11 Syrisch-Orthodoxe parochies, waarvan 8 in Twente en de Syrisch-Orthodox Mor Ephrem klooster beschikt over de grootste grafkeldercomplex van heel Europa.
Vergeleken met andere etnische minderheden in Nederland zijn de Arameeërs hoger geschoold, succesvoller op de arbeidsmarkt en een beter geïntegreerd volk. De eerste en tweede generaties zijn vooral ondernemers en hebben vaak een eigen bedrijf.